Tweede debat: Discriminatie en verharding van de samenleving: wat te doen?
“Met voorlichting is veel onderling begrip te winnen.”
Afgaand op de grote opkomst, zijn discriminatie en verharding blijkbaar voor velen een belangrijke thema’s. De samenstelling van het publiek was erg gevarieerd. Zowel op het gebied van leeftijd, geslacht, culturele achtergrond en politieke voorkeur, is het hele spectrum grofweg gerepresenteerd. Daarnaast zijn er een vijftal speciale gasten die allen een of meerdere bevolkingsgroepen vertegenwoordigen.
De stemming tijdens het eerste deel van het debat is als vurig te karakteriseren. Met name de tegenstelling in de mening over het al dan niet bestaan van serieuze discriminatie in, en van verharding van de samenleving, zorgde ervoor dat de emoties hoog opliepen. Uiteindelijk heeft wel iedereen zijn/haar mening uiteen kunnen zetten, waardoor men naar elkaars standpunten heeft kunnen luisteren. Enerzijds wordt er gesteld dat de sfeer in de stad de afgelopen decennia juist is verbeterd en dat iedereen in Amsterdam de kans heeft om iets te maken van zijn of haar leven. Anderzijds worden er voorbeelden gegeven van de negatieve gevolgen van de afgenomen verdraagzaamheid en van uitsluiting op basis van achtergrond. Mede door de gezaghebbende gespreksleider zijn alle aanwezigen die iets in wilden brengen aan het woord gekomen.
In het tweede deel van het debat werd actief en uitgebreid gezocht naar wat het stadsdeel kan doen om de sfeer in Oost te verbeteren. Er worden twee factoren besproken die de aanwezigen van groot belang achten. Allereerst geeft men aan dat ‘elkaar aanspreken’ essentieel is voor de sfeer op straat. Vroeger gebeurde dit veel meer. Toen werd negatief gedrag in de buurten veel sneller gecorrigeerd door omstanders.
Het tweede punt dat van belang wordt geacht is het elkaar leren kennen. In Oost leven veel verschillende bevolkingsgroepen naast elkaar. Om dit soepel te laten verlopen is het van belang dat je elkaar begrijpt. Zowel bij het eerste als bij het tweede punt wordt besproken of, en zo ja hoe, het stadsdeel hier een rol in kan spelen. Voor de sociale cohesie zou het belangrijk zijn om het aantrekkelijk te maken voor buurtbewoners om langer op dezelfde plek te blijven wonen. Daarnaast zou de overheid ervoor moeten zorgen dat burgers zich door haar gesteund voelen op het moment dat zij overlastgevers aanspreken op hun gedrag. Overlastgevers zouden momenteel minder gecorrigeerd worden door buurtbewoners, uit angst dat men alleen komt te staan wanneer het uit de hand loopt.
Er worden verder verschillende succesvoorbeelden gegeven van voorlichtingsprogramma’s, die er daadwerkelijk voor gezorgd hebben dat bewoners elkaar beter zijn gaan begrijpen. Er zou veel winst te behalen zijn door jongeren kennis te laten maken met homoseksuelen en met aanhangers van andere religies. Daarbij wordt het belang benadrukt van het op een aansprekende manier benaderen van de jongeren. Ook wordt er een pleidooi gehouden om segregatie tegen te gaan. Wanneer verschillende bevolkingsgroepen letterlijk naast elkaar leven, dan lukt het eenvoudigweg makkelijker om uiteindelijk aan elkaar te wennen.